“Wat we niet kennen, zien we vaak pas als het te laat is.”
– Arnold over de mental gap en motorrijders in het verkeer
Motorrijders kennen het maar al te goed: de automobilist die zegt “Ik had je niet gezien” of “Je reed zeker te snel.” Wat op het eerste gezicht klinkt als een zwak excuus, blijkt vaak een pijnlijk voorbeeld van een bekend verschijnsel in de verkeerspsychologie: de Looked-but-failed-to-see-fout (LBFTS).
De bestuurder kijkt wel, maar ziet de motorrijder niet bewust.
We gingen in gesprek met Arnold, doorwinterde motorrijder en ervaren lesgever. Hij noemt het fenomeen treffend: de mental gap.
Arnold, je spreekt over een “mental gap” in het verkeer. Wat bedoel je daar precies mee?
De mental gap is een term die ik gebruik om te verwijzen naar het psychologisch effect waarbij motorrijders gewoon over het hoofd worden gezien. In de verkeerspsychologie spreekt men over Looked-but-failed-to-see-fouten of zelfs inattentional blindness.
Bestuurders kijken wel in de juiste richting, maar nemen een motor niet bewust waar , impelweg omdat hun brein niet “getraind” is op dat type weggebruiker.
We herkennen auto’s en vrachtwagens instinctief, omdat we die elke dag zien. Motoren verschijnen veel minder in ons straatbeeld. Daardoor worden ze sneller weggefilterd in onze waarneming.
Heb je daar een concreet voorbeeld van?
Zeker. Stel: een motor en een auto staan aan het verkeerslicht dat net op groen springt. Iets verderop, in een zijstraat, staat een automobilist die de voorrangsweg wil oprijden. Die chauffeur baseert zijn inschatting op de acceleratie van een auto, maar de motor trekt veel sneller op.
Gevolg: die motor is er veel sneller dan gedacht, en plots kom je in de rijlijn van de motor terecht en hinder je hem, of erger. Niet omdat je niet gekeken hebt, maar omdat je zijn snelheid fout inschatte.
Wat maakt dat motorrijders dit probleem beter begrijpen?
Omdat wij het dagelijks ondervinden. We wéten hoe snel we optrekken, hoe klein we lijken in een spiegel, hoe vaak we genegeerd of onderschat worden.
Daardoor zijn we meestal alerter in het verkeer, ook als we zelf met de auto rijden. Motorrijden scherpt je verkeersinzicht aan, ook buiten het zadel.

Is er een vergelijkbare situatie die ook niet-motorrijders kunnen herkennen?
Zeker. Kijk naar de opkomst van de speed pedelec: fietsen die plots 45 km/u rijden. Ook die worden vaak te laat opgemerkt, omdat ons brein ‘fietser’ automatisch koppelt aan ongeveer 20 km/u.
Elektrische wagens zijn een ander voorbeeld. Ze zijn stil en trekken razendsnel op, maar worden nog vaak ingeschat alsof het gewone benzinewagens zijn.
Het verkeersbeeld verandert sneller dan onze reflexen kunnen volgen, tenzij we ons daar bewust van worden.
Wat kunnen motorrijders doen?
Vier dingen:
- Rijd defensief. Ook al heb je gelijk, laat het je veiligheid niet kosten.
- Zorg dat je voldoende zichtbaar bent. Denk aan je positie, verlichting en kledij.
- Anticipeer. Mensen zien je soms wel, maar snappen niet hoe snel je nadert.
- Praat erover. Leg dit uit aan vrienden en familie. Elk beetje bewustzijn helpt.
En heb je tips voor wie zelf geen motor rijdt?
Volg eens een motorrijles of maak een proefrit. Je hoeft geen motorrijder te worden, maar je krijgt wél een beter gevoel voor hoe motoren zich bewegen in het verkeer. Dat helpt om ze beter te zien en in te schatten, en dus ook beter te beschermen. Je kan zo letterlijk levens redden.

Een verschil van seconden…
Wist je dat een motor gemiddeld 13 meter sneller optrekt tot 50 km/u dan een auto? En dat hij over 100 meter bijna een volle seconde sneller is?
Elektrische wagens doen daar nog een schepje bovenop. Hun snelle, stille acceleratie maakt ze onvoorspelbaar voor wie daar geen rekening mee houdt.
Die ene seconde maakt soms het verschil tussen veilig invoegen… of een zwaar ongeval.
Wil jij sterker staan als motorrijder?
Verdiep je rijtechniek, je inzicht en je veiligheid.
Ontdek onze workshops en opleidingen voor ervaren motorrijders op en maak zelf het verschil, voor jezelf én voor anderen.
